U kent dat wel. Van die beelden die in je geheugen gegrift staan. Dingen die je ooit – lang geleden – gezien hebt en die je binnen één tel voor je netvlies kunt halen. Alsof het gisteren is. Zo zit ergens in mijn hersens het beeld van een kleine boomgaard die ik ooit zag in Weggis, een stadje aan het Zwitserse Vierwoudstrekenmeer. Het was mei. In de boomgaard stonden jonge fruitbomen in bloei, maar het was niet de witte bloesem die mijn aandacht trok. Het was de zee van geel eronder. Nooit had ik zo veel paardenbloemen bij elkaar gezien. In de dagen erna ben ik nog een paar keer naar de boomgaard gelopen om het geheel op me in te laten werken. Het was voor het eerst dat ik zag hoe overdonderd mooi de paardenbloem kan zijn.

Paardenbloemen, Vijlen, 2018
In de borders en gazons van onze tuinen is de paardenbloem niet echt welkom. En speciaal in de moderne tuin, met al zijn tegels, gaat, ik citeer: ‘die rotplant tussen de stenen zitten en je krijgt hem nooit meer weg’. Onze wanhopende medemens zoekt zijn toevlucht tot bestrijdingsmiddelen of handige tips, maar het is vechten tegen de bierkaai, want al die vrolijke pluisjes met hun zaadjes komen werkelijk overal. Ik ben ondertussen zo’n fan van de paardenbloem dat ik twee jaar geleden eens experimenteerde met een speciale paardenbloemborder in de tuin, onder het motto if you can’t beat them, join them. Het leek me spectaculair en dat was het ook. Twee weken lang. Maar daarna was het afgelopen. De pluizenbollen vielen uit elkaar, blad en stengels zakten in en de paardenbloemborder verviel tot een trieste warboel. Toch maar uitgespit en opgeruimd, die handel.
De afgelopen maand stond de paardenbloem kortstondig weer volop te pronken in de graslanden, maar ik merk dat we hem in het gunstigste geval voor lief nemen. Dat is vreemd, want de paardenbloem is, als vrijwel geen andere plant, diep geworteld in onze cultuur en natuur.
Het Amsterdamse Meertensinstituut, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, heeft een database met alle volksnamen van planten in het Nederlandse taalgebied. Voor de paardenbloem zijn dat er, schrik niet, meer dan vijfduizend. Bedpisser, bedzeiker, ganstong, hengstenbloem, zuurmelk, blaasbloem, kettingbloem, konijnenvreten, molsla, suikerij, varkensbloem, om er maar een paar te noemen. Je wordt compleet duizelig als je de pagina’s met alle lokale varianten doorkijkt. Limburg draagt zijn eigen steentje bij. Volgens het Woordenboek van de Limburgse Dialecten hebben ze het in Gulpen en Valkenburg over de zeikbloom. In Posterholt houden ze het netjes en zeggen ze suikerkruid. Zoermennich in Oostelijk Zuid-Limburg; kettingbloom rond Sittard en Geleen; gauwstombloom in Beegden; aardgal in Meijel; knijnsblaar in Echt, en ga zo maar door. In Vijlen, het dorp waar ik woon, heet de paardenbloem pedsbloom. Mijn conclusie: een plant waar zo veel namen voor bestaan, die moet wel dicht bij ons liggen.
Even duizelig word je wanneer je een blik werpt op de plantensystematiek. We hebben het hier over het genus Taraxacum en de Flora van België en aangrenzende gebieden begint de beschrijving meteen maar met een waarschuwing: ‘Taraxacum omvat talrijke soorten die moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn’. Blijkbaar is het genus paardenbloem uiterst variabel. Plantensystematici of taxonomen noemen een dergelijk genus wel een horrorgenus. Je kunt er, ook als wetenschapper, volledig de weg in kwijtraken. Stel u voor: een taxonoom die met een paardenbloem voor zijn neus radeloos naar zijn hoofd grijpt. Daar word ik toch wel enigszins vrolijk van.

Net uitgebloeide paardenbloem op hoogte. Domtoren, Utrecht, mei 2018
Als uitsmijter het volgende. Momenteel wordt in Utrecht gewerkt aan de voorbereiding van de restauratie van de Domtoren, de hoogste kerktoren van Nederland. Mijn man is bij die restauratie betrokken en een paar weken geleden stond hij met enkele collega’s op een steiger, helemaal bovenaan. En wat zag hij daar? Ja zeker, een paardenbloem. Die had wortel geschoten in een holte tussen de natuurstenen, gotische ornamenten. Speciaal voor u maakte hij een foto. De plant op de foto zal de restauratie zeker niet overleven, maar U begrijpt dat wat mij betreft de populariteit van de paardenbloem in de komende jaren tot grote hoogten mag stijgen.