De grote vragensteller

Vorige maand, op 26 mei, overleed Ger Houben, de onvolprezen en onvervangbare presentator van Limburgs Land, het natuur- en tuinprogramma van L1, de Limburgse regionale zender. Met zijn overlijden eindigt een tijdperk, en hoe het nu verder gaat met zijn programma, dat weet niemand. We zijn gewoon even de draad kwijt.

Bij de herdenkingsbijeenkomst op 2 juni sprak ik de laatste column voor Limburgs Land uit. Hieronder staat deze laatste tekst. Natuurlijk gaat hij over Ger. En over dankbaarheid.

2 juni 2018

Limburgs Land  is het programma van L1 over natuur, milieu en tuinen in onze provincie. Hoewel natuur en tuinen verwant zijn, zijn ze ook heel verschillend. Het is in feite zo dat waar de een begint, de ander ophoudt. De tuin is privédomein, de natuur wordt geacht van ons allen te zijn. De tuin is mensenwerk, de natuur juist liever niet. Het is juni, rozentijd, dus ik heb twee rozen meegebracht, de een komt uit de tuin, de ander uit de natuur.

IMG_3842 (2)

Rosa ‘Variegata di Bologna’

De tuinroos heet: Rosa ‘Variegata di Bologna’. Hij werd in 1909 in Italië opgekweekt en het is een zogenaamde Bourbonroos. Hij wordt zo’n 2 meter hoog, de bloemen ruiken lekker en vanwege de merkwaardige tekening van de bloemblaadjes staat hij bekend als een curiositeit. Het is een gekweekte roos, een product van mensenhanden. Dergelijke rozen vertellen ons over Limburgse tuinen, over de rozenkwekers in Lomm, over oude paardenmest, over luizen en over snoei. Maar net zo makkelijk vertellen ze over de 17de -eeuwse bloemstillevens van Hollandse meesters of over de immense rozencollectie van Joséphine de Beauharnais. En natuurlijk vertellen ze over al die Engelse tuinen waar Ger ons mee naar toenam.

Zo heb je een roos en zo heb je een wereld vol tuinverhalen.

En dit is de Rosa canina, beter bekend als de hondsroos. De hondsroos is een van de wilde rozensoorten die ons land rijk is. Volgens de rekkelijken onder de botanici tellen we er in Nederland twintig, de preciezen komen op een wat hoger aantal uit. Ik plukte deze roos vanochtend in een haag aan de rand van het Vijlenerbos. Hij vertelt over de natuur, over natuurbeheer, over soortenrijkdom en over ecologie. Maar ook over de hagen en de graften in het Limburgse landschap, over de vogels die zich voeden met de rozenbottels en beschutting vinden tussen de stekelige doorns.

Zo heb je een roos en zo ligt de natuurlijke wereld aan je voeten.

Ger opende ze voor ons, deze werelden. Ik zit nu zo’n 30 jaar in het planten- en tuinenvak, maar ik heb eigenlijk nooit iemand ontmoet die flora en fauna zo dicht bij de mensen wist te brengen als hij. Helder, lichtvoetig, nieuwsgierig, maar, vergis je niet, zonder de complexiteit van het onderwerp uit het oog te verliezen.

Helder, lichtvoetig en nieuwsgierig. Een beeld dat bij mij opkomt is een beeld uit het Boek tegen de Barbarij, dat Erasmus rond het jaar 1495 schreef. Plaats van handeling in dit boek is een tuin in de buurt van Bergen op Zoom en de ik-persoon heeft een stel vrienden om zich heen verzameld. Er worden vragen gesteld en er wordt gediscussieerd; de geestdrift en de nieuwsgierigheid spatten van de pagina’s af. Ideeën en meningen vliegen in het rond, er worden grappen gemaakt en bij tijd en wijle is het een bijzonder vrolijke boel, daar in die tuin. Het lijkt eenvoudig gekeuvel, maar, vergis je niet, tussen neus en lippen door passeert menig grote kwestie uit de vroege renaissance de revue.

Met zijn grote vakkennis, zijn kunstenaarsoog, zijn geestdrift, zijn nieuwsgierigheid en een lekkere dosis eigenwijsheid bood Ger in Limburgs Land precies zo’n platvorm aan liefhebbers en deskundigen. Daarmee kwam hij uiterst dicht bij de luisteraar. Subliem vond ik zijn gave om vragen te stellen. De eerste keer dat hij me interviewde was hij samen met Ineke bij mij op bezoek in de Amsterdamse Hortus. Nadat was vastgesteld dat ik toch echt wel een geboren en getogen Limburgse was, kwamen de andere vragen, en ik dacht: hee, wat een leuke vragen! Het was een feest om ze te beantwoorden. Dat is Ger voor mij: de grote vragensteller. Vragen die enthousiasmeren. Vragen die ruimte scheppen. Vragen die verdiepen. Vragen die de horizon verbreden. Vragen die je doen lachen. Kom daar maar eens om, in deze tijd van de bikkelharde oneliners.

In de studio van L1, op zijn draaikruk, met de koptelefoon op, altijd pen en papier voor zijn neus om aantekeningen te maken, kwam veel groot en klein leed voorbij. Essentaksterfte, de stand der bijen, de zorgelijke achteruitgang van de merelpopulatie, de tragische bomenkap in die-Zuid-Limburgse-gemeente-waarvan-wij-de-naam-niet-zullen-noemen. Maar ook slakkenvraat en alle andere rampen die de huis-, tuin- en keukentuinier kunnen treffen. Leed genoeg dus, maar het overheerste nooit. Het waren de liefde en de verwondering die de baas waren.

In de afgelopen jaren was ik een van de columnisten van Limburgs Land. Het was een voorrecht, en het mag geen verrassing zijn dat Ger na afloop van mijn teksten altijd een pientere vraag voor me in petto had. Vandaag komt die vraag er niet.

Het is intens verdrietig dat hij niet meer bij ons zal zijn. Wat bij ons blijft is het besef hoe fantastisch het is dat hij er was.

Ik denk dat ik ook namens alle luisteraars, namens Paul Geerts en de andere tuinmannen-van-dienst en gasten spreek, als ik zeg dat ik hem daar vanuit het diepst van mijn hart dankbaar voor ben.

 

 

Advertentie

Over Hanneke Schreiber

Op het grensvlak van natuur en cultuur
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s