Het bloeien niet verleerd

Vijlen 22 november 2015

Vijlen, 22 november 2015

L1, 28 november 2015

Vorig weekend – het was zaterdagochtend – luisterde ik naar mijn favoriete natuur- en tuinradioprogramma. Even over half tien kondigde Thijs Seelen, ook favoriet hoor, lichte nachtvorst aan. Een à twee nachten zou het duren. En daarna zouden de temperaturen weer stijgen. Thijs stelde voor om de bloemen die nu nog in de tuin stonden tijdelijk even af te dekken, om ze zo door de twee koude nachten heen te loodsen, in de richting van december.

Bloemen in november? Ik spoedde me naar buiten, want als je bloemen wil afdekken, dan moet je eerst weten wat je nog hebt staan. In de donkere maanden ga je doordeweeks in het donker naar je werk en je komt ook pas weer in het donker thuis. Er is geen tijd om de tuin te inspecteren. En we hebben andere dingen aan ons hoofd: de herdenking van de lafhartige moordpartijen in Parijs, een belegering van Brussel, maar ook: sinterklaasinkopen doen, en stemmen voor de top tweeduizend. We leven in een ingewikkelde wereld. Niemand denkt nog aan bloemen in de tuin. Maar goed dat Thijs d’r aan dacht.

Dus ….. zaterdagochtend liep ik snel naar het einde van de achtertuin waar we een paar bedden met plukbloemen hebben. De meeste soorten waren al lang en breed uitgebloeid, maar bij nadere inspectie kon ik toch nog wat vinden. Van elke bloeier plukte ik 1 bloem. Ik scoorde een miniboeketje met een roze chrysant,  een blauwe siererwt, een gele goudsbloem, een oranje oostindische kers, een citroengele én een donkerrode meisjesogen, een roodbruine rudbeckia, een lila korenbloemaster, een blauwe strobloem, een geel venkelschermpje en een rode adderwortel.

Op de terugweg naar de keuken kwamen daar nog een roze fuchsia ricartonii, een rode begonia, een rode pelargonium en een wit madeliefje bij.

Mijn achtertuinboeketje bestond dus uit maar liefst 15 soorten, met hoogzomerse kleuren. Ik deed het miniboeketje in een minivaasje en maakte er een foto van voor de home page van Limburgs Land. Zo veel kleur, typisch november, zou je kunnen zeggen. Waarom ook niet? En dan had ik de voortuin nog niet eens gehad, waar de roos stond, de absolute kampioen der die hards.

Verrassend veel planten hadden het bloeien in november dus nog niet verleerd. Maar,  afdekken Thijs? Dat gaan we mooi niet doen.

De plantkunde en de klimatologie vormen sinds Alexander Von Humboldt’s verslag van zijn reis naar Zuid- en Midden- Amerika – ik heb het over de periode tussen  1799 en 1804 – een onafscheidelijke eenheid. Om die eenheid te vieren geef ik juist eind november mijn planten graag over aan het weer. De eerste vorst raakt ’s nachts zachtjes de aarde aan. Daarna zal het kouder worden, en kouder. Het weer wordt het onderwerp en de bloemen het lijdend voorwerp.

Ze zullen een voor een verdwijnen, tot alleen nog de roos overblijft. Die zal eerst al zijn blaadjes laten vallen en dan toch nog hardnekkig door blijven bloeien, hopelijk tot in het nieuwe jaar. Precies zoals in het gedicht De Roos en haar Blaadjes, van Leo Vroman, een gedicht dat hij in 1962 in het Hollands Weekblad publiceerde.

De roos en haar blaadjes
 
Een laatste roos bloeide, omdat
zij daartoe nog zes blaadjes had.

Die zaten samen, bol en bloot
en van de koude donkerrood.

De platte bladeren der platanen
hingen reeds neer om los te gaan en

gingen los, en zwierden neer.
Ook reeds in zonnig windstil weer.
 
Nu ook moesten na een poos
twee blaadjes van de late roos.

Zo bloeide zij geluidloos door,
daar had zij nog vier blaadjes voor.

Zo gestorven als maar kon
stond hoog, diep gras nog in de zon.

Toen knakte het en raakte langzaam
de aarde aan als met een wang.
 
De roos raakte tegelijkertijd
twee blaadjes, een, twee blaadjes kwijt.

Ze lagen plotseling gezond
maar dood beneden op de grond.
 
De dagen werden kort, vergeeld.
Slechts in de huizen werd gespeeld.

De roos, nu bijna menselijk oud,
bloeide nog, maar innig koud.

Twee vlerkjes rood en een buikje groen
daar kon zij het blijkbaar ook mee doen.

De sneeuw viel. In de verte snel;
vlakbij zweefde hij evenwel.
 
De roos ook sneeuwde levensgroot
met haar twee blaadjes. Een. Twee. Rood.
Ach, dacht zij, nu heb ik dus niets.
Toen bloeide zij maar zonder iets.

Moraal:
Wie het bloeien heeft verleerd
doet zeer waarschijnlijk iets verkeerd!

Advertentie

Over Hanneke Schreiber

Op het grensvlak van natuur en cultuur
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s