Natuur verdicht

Ik weet niet hoe het met u is, maar ik denk dat ik niet de enige ben die ooit een paar boeken helemaal heeft stukgelezen. Van die boeken die je volledig in beslag nemen. Die je mee naar bed neemt en waarmee je ’s ochtend opstaat. Mijn eerste moestuinboek was zoiets. Het was gewoon een dik boek over heel gangbare moestuingewassen, maar voor mij was het tevens één grote ontdekkingsreis. Het stond niet alleen vol met eetbare gewassen, maar ook met informatie over standplaats, over zaaien en over bodembewerking. Het boek staat nog steeds in Vijlen in de boekenkast, maar ik kijk er nooit meer in. Ik bewaar het niet omdat het zo’n fantastisch boek was, maar vanwege zijn sentimental value. Het was immers mijn allereerste plantenboek en dat is net zoiets als je eerste liefde.

IMG_2588

Goose Lake Prairie, Indiana, VS, zomer 2007

Een paar jaar later – ik was al iets meer gevorderd in het plantenvak – kwam er een bijzonder boek op de markt. Het was het boek “Droomplanten”, van Piet Oudolf en Henk Gerritsen. Het verscheen voor het eerst in 1990 en het was een eye opener. Het was niet alleen adembenemend mooi, maar het gaf ook een compleet nieuwe kijk op vaste planten en vasteplantenborders. Ik kroop in het boek en het heeft wel een half jaar geduurd voordat ik er weer uitkroop.

Samen met Rob Leopold en Ton ter Linden vormden Piet Oudolf en Henk Gerritsen in de jaren ’80 een club van vier die een nieuwe standaard zetten voor tuinen en tuinplanten. Met vaste planten en grassen in de hoofdrol. Ze hadden veel inspiratiebronnen, maar ongetwijfeld was – en is – de natuur de grootste.

In zijn tuin in Hummelo, in Gelderland, experimenteerde Oudolf, samen met zijn vrouw Anja, vanaf de jaren ’80  met planten en dit leidde tot de fantastische borders en het verbluffende scala aan nieuwe tuinplanten uit het boek. Hij kweekte zijn eigen assortiment en zijn kwekerij was bekend bij iedere liefhebber. Daar kon je je verlustigen aan al dat moois, en, nog beter,  je kon er de planten kopen.

Oudolf is van huis uit geen hovenier, geen botanicus, zelfs geen kweker, maar een kunstenaar. Hij is een kunstenaar die hardnekkig dingen is gaan doen met vaste planten, en het is duidelijk dat hij zijn kunstenaarsoog nooit is kwijtgeraakt. Hij keek en kijkt uitermate nauwkeurig. Planten zijn niet alleen interessant vanwege hun bloem, maar juist ook vanwege hun blad,  hun structuur, hun zaaddozen, hun verval en hun dode winterbeeld. De hele cyclus van de seizoenen fascineert. En de esthetiek speelt een hoofdrol.

IMG_2596

Goose Lake Prairie, Indiana, VS, zomer 2007

In Nederland is Oudolf een bekendheid, maar in het buitenland ligt dat anders. Daar is hij een beroemdheid. In de tijd dat hij de wereld veroverde had ik de mazzel  om een aantal van zijn  tuinen – in verschillende stadia van aanleg – mee te maken.

IMG_2595

Goose Lake Prairie, Indiana, VS, zomer 2007

De Lurie Garden in Chicago was zijn eerste grote Amerikaanse project. Hij vertaalde de geschiedenis van de stad en zijn natuurlijke omgeving, met zijn typische prairielandschappen, in een tuin. In het natuurgebied van Goose Lake Prairie, Illinois, zag ik het landschap waar Oudolf zijn inspiratie vandaan haalde, met een overdaad aan grassen en asteraceae.  Terug in de Lurie Garden vertelde de tuinbaas ons van de 220 – deels natuurlijke – soorten die er, als ware het een verdicht landschap, aangeplant waren. Grappig genoeg omschreef ze haar werk in de tuin als “doing the landscape”. Een dubbele betekenis. Het beeld van het samenstel van deze natuurlijk ogende plantengroepen, met op de achtergrond de wolkenkrabbers van Chicago, heeft iconisch proporties gekregen.

Een van de grootste attracties  van New York is momenteel de High Line, een hooggelegen, ooit verwaarloosd spoorlijntracee, dat vanaf 2009 als een langgerekt park door een oostelijke deel van Manhattan voert. We liepen er toen de High Line nog niet openbaar toegankelijk was. Het was er een zooi. Een braakliggend terrein, maar machtig

IMG_1935

Braakliggende High Line, New York, zomer 2007

interessant. Op datzelfde moment was net bekend geworden dat Oudolf de vasteplantenborders van de nieuwe High Line voor zijn rekening zou nemen. De natuurlijke planten die ik zag – ook weer veel grassen en asteraceae – waren voor hem een belangrijke inspiratiebron voor zijn uiteindelijke beplantingsschema’s.

Als ik momenteel langs de Nederlandse wegen rijd, zie ik de bermen, in al hun ongemaaide glorie. Dan denk ik aan Oudolf. Neem de smalle weegbree, de rode zuring, de gele boterbloem, de rode klaver, Neem de grassen en het fluitenkruid en verdicht het. De schoonheid van de natuur is onevenaarbaar, maar Piet Oudolf komt een behoorlijk eind in de richting.

Hun kwekerij is niet meer open, maar de tuin van Oudolf is in een deel van de zomer nog steeds te bezoeken. Drie woorden resteren mij. Alsjeblief. Ga. Kijken.

Advertentie

Over Hanneke Schreiber

Op het grensvlak van natuur en cultuur
Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s