Limburg is zo gek nog niet. Ik houd van het feit dat het buitenland hier vlak om de hoek is. Frische Brötchen uit Aken, of chocolade eclairs uit Visé. De Franse taal en de Duitse taal lekker dichtbij. Het inspireert en het relativeert. Kom daar maar eens om als je, zeg, in Krimpen-aan-de-IJssel woont.
Ik ben liefst vaak aan de andere kant van de grens. Zo rijd ik regelmatig op de Autobahn van Aken naar Keulen en op dit traject werd drie jaar geleden een nieuw stuk snelweg in gebruik genomen. Bij de aanleg is toen de zogenaamde Allee Baum des Jahres aangeplant. Sinds 1989 wordt in Duitsland jaarlijks een verkiezing van de Boom van het Jaar gehouden en over een lengte van een aantal kilometer staan op dit stuk weg de successievelijke winnaars, ieder voorzien van een groot bord met daarop de naam en het jaar van verkiezing.
Bomen langs snelwegen zijn doorgaans anoniem, maar dat is hier niet het geval. Hier staan ze helemaal zichzelf te wezen. Zo van, kijk, dit ben ik. En de volgende zeg: en dit ben ik. Enzovoorts. Het is jammer dat je niet kunt stoppen om ze wat nauwkeuriger te bekijken, maar wel leer ik allerlei mooie Duitse bomennamen, zoals Eibe, Hainbuche, Schwarzpappel of Speyerling. Ik begrijp dat de bomen op deze plek door sommigen worden opgevat als hypocriet schaamgroen voor al het CO₂ dat de Autobahn produceert, maar daar gaat het me niet om. Het gaat hier om het educatieve aspect. Om het Aha-Erlebnis. En dat is hier uitstekend gelukt.
De meeste Europese landen kennen een Boom van het Jaar. Soms wordt er gekozen door een vakjury, maar in de meeste landen zijn het de gewone burgers die hun stem uitbrengen. Soms, zoals in Duitsland en Nederland, gaat het om de verkiezing van een boomsoort, maar in andere landen, onder andere in Engeland en België, gaat het om één enkel opmerkelijk exemplaar. Zo werd de verkiezing in Engeland vorig jaar gewonnen door een eik in Essex. Er wordt beweerd dat de 18de -eeuwse struikrover Dick Turpin vanonder de betreffende eik zijn overvallen op postkoetsen inzette. Als dat geen mooi verhaal is.
Bij dergelijke verkiezingen ben ik altijd benieuwd naar wie er achter zit. We organiseert nou zoiets? Is het de overheid? Is het een natuurorganisatie? Of is het misschien een commerciële instelling? Een rondje langs onze buren leert dat de Duitse verkiezing wordt geïnitieerd door een stichting die zich profileert als natuur- en milieubeschermer, met wortels in de bosbouw. De uiteindelijke keuze wordt gedaan door een vakjury. België zou België niet wezen als ze het niet wat ingewikkelder maakten. Het ene jaar is er een Waalse editie, het andere jaar een Vlaamse. De Waalse Arbre de l’Année wordt georganiseerd door de Fondation Wallonne pour la Conservation des Habitats, en de Vlaamse variant door de Stichting Behoud Natuur en Leefmilieu Vlaanderen. Beide organisaties, zowel de Waalse als de Vlaamse, zijn dus afkomstig uit de natuur- en milieuhoek. En beide organisaties laten de burgers stemmen op hun favoriete boom. Fijn om te zien dat Wallonië en Vlaanderen dit gemeen hebben.
Hier in Nederland wijken we wat af van onze buren. De verkiezing wordt niet georganiseerd door een natuur- en milieuorganisatie, maar door LTO Nederland, een belangenbehartiger voor ondernemers in de land- en tuinbouw. Jaarlijks stellen zij een thema vast en voor 2018 was dat ‘bomen met voedsel voor mens en dier’. Een sympathiek thema, zeker op een dag als vandaag, met de Nationale Tuinvogeltelling gaande. Net als bij de Oscars in Hollywood werd er gekozen uit een handvol genomineerden. Dat waren de tamme kastanje, de gewone walnoot en de witte moerbei. Alle drie niet inheems, maar alle drie sinds lang in Nederland in cultuur. En tijdens de boomkwekersdag van de LTO, eind 2017, werd de definitieve winnaar gekozen: de walnoot.

Walnoten vallen als manna uit de hemel
In 2018 kan de walnoot zich dus verheugen op extra aandacht, maar het is mijn ervaring dat die aandacht in Nederland nogal beperkt is. Bomen zijn belangrijk genoeg. Er is o zo veel over bomen te vertellen en er zijn o zo veel handvatten om mensen en overheden bij bomen te betrekken. Misschien wordt het eens tijd dat LTO Nederland contact opneemt met de redactie van Limburgs Land. Het is maar een suggestie.